‘Hoe logisch het ook mag klinken, het begint dus met een dak’
Dakloze mensen die een thuis vinden en later toch weer op straat belanden. Ongeveer de helft van de mensen in de nacht- of crisisopvang verbleef er al eens eerder. Hoe voorkom je dit? Die vraag stond centraal in onderzoek dat de Universiteit van Amsterdam eind 2023 afrondde. Kwintes werkte eraan mee.
De UvA deed het onderzoek in de Utrechtse regio, vertelt Laura Briedé. Ze is accountmanager regio Utrecht bij Kwintes, en een van de collega’s die betrokken was bij het onderzoek. ‘De opdracht voor dat onderzoek kwam van het Leger des Heils, de Tussenvoorziening, Buurtteams Utrecht, gemeente Utrecht en Lister. Wij sloten aan, als een van de grote zorgaanbieders in de regio. En een aantal van onze beschermd wonende cliënten deed mee.’
In totaal volgden de onderzoekers vijf jaar lang zeventig mensen die op dat moment of in het verleden dakloos waren (geweest). Twintig verbleven er bij de start van het onderzoek in een nacht- of crisisopvang, en waren al eerder dakloos geweest. Vijftig hadden een plek in de maatschappelijke opvang of een locatie voor beschermd wonen (bijvoorbeeld bij Kwintes) en stonden op de wachtlijst voor een zelfstandige woning. Aan het eind van het onderzoek had ruim twee derde van de deelnemers een woning.
Bied rust en continuïteit
Het doel van het onderzoek was om meer inzicht te krijgen in de vragen als: wat is de sleutel tot een geslaagde overstap? En waarom raken sommigen toch weer dakloos? ‘Hoe logisch het ook mag klinken, het begint dus met een dak’, zegt Laura. ‘Er moet een huis beschikbaar zijn waar mensen de rust vinden om te werken aan herstel. Helaas is dat met de krapte op de woningmarkt niet vanzelfsprekend.’
Is die woning er wél, dan is passende begeleiding door een vaste begeleider essentieel, zegt adviseur zorg Manon ten Hoove van Kwintes, die ook bij het onderzoek betrokken was. ‘Dat zien wij in de praktijk en ook de onderzoekers trokken die conclusie. Om terugval te voorkomen, is het belangrijk dat je als begeleider een vertrouwensband hebt met je cliënt. Dat is met de huidige krappe arbeidsmarkt best een uitdaging. Hierdoor is het moeilijk om een vaste begeleider te garanderen, al doen zorgorganisaties er alles aan om het waar te maken.’
Zorg voor een netwerk, ritme en financiële begeleiding
Ook belangrijk, ervaren Laura en Manon: voorkomen dat iemand vereenzaamt, door te werken aan een sociaal netwerk. ‘Een gezónd netwerk’, benadrukt Manon. ‘Als een cliënt begint aan een nieuw leven in een eigen woning, wil je dat diegene loskomt van mensen uit het oude kringetje, met bijvoorbeeld verslavingsproblemen. Cliënt en begeleider kijken samen wie zo’n gezond netwerk kunnen vormen, en hoe de cliënt open kan zijn over zijn of haar situatie. En andersom: hoe zorg je dat wijkbewoners zich betrokken voelen bij deze mensen?’
In het verlengde hiervan dragen ook een dagbesteding en eventueel werk bij aan herstel. Manon: ‘Een dagritme, het gevoel dat je meedoet, mensen ontmoeten die een gezond netwerk kunnen vormen – het is voor elke cliënt goed. En kan ook helpen om te voorkomen dat mensen weer dakloos worden.’
De onderzoekers zagen verder dat ondersteuning bij financiële zaken onmisbaar is om terugval te voorkomen. Laura: ‘Voor mensen is het fijn als ze bij hun nieuwe start geen zorgen hebben over bijvoorbeeld het betalen van de rekeningen. Bij Kwintes kunnen cliënten begeleiding krijgen bij hun financiën (budgetcoaching), of geldzaken zelfs tijdelijk uit handen geven aan een consulent (budgetbeheer). Dat geeft rust. Al is het doel dat zij hun financiële zaken uiteindelijk zelfstandig regelen.’
Heb oog voor jeugdtrauma’s en stigma’s
‘Daarnaast weten we dat negatieve jeugdervaringen vaker leiden tot dakloosheid’, zegt Manon. ‘Als begeleider moet je dit altijd in het achterhoofd houden. Het is belangrijk dat je met eventuele trauma’s aan de slag te gaat, en zo herhaalde dakloosheid voorkomt. Dit is ook één van de conclusies van de onderzoekers. Wij doen dit allereerst door veiligheid te bieden, en door met geduld en in kleine stapjes te werken aan vertrouwen.’
‘Verder proberen we éérst de mens te zien, en daarna pas aan de doelen te werken’, voegt ze toe. ‘Het oplossen van dakloosheid gaat over het vinden van een eigen woning, maar ook over het terugvinden van eigenwaarde. Het onderzoek onderschrijft dit. We moeten goed luisteren naar wat onze cliënten te zeggen hebben, ze benaderen om wie ze zijn. En oog hebben voor hun kracht in plaats van hun dakloosheid.’
Resultaten vertaald naar handige instrumenten
Gedurende het onderzoek kwamen de betrokken organisaties regelmatig bij elkaar om de resultaten te bespreken, vertelt Laura. ‘Samen vertaalden we dan de bevindingen naar de praktijk. Zelf hebben we op basis van de resultaten instrumenten ontwikkeld, zoals een checklist met zaken waarop begeleiders moeten letten bij de door- en uitstroom van cliënten. ‘Heel handig, vooral voor begeleiders die net met dit werk zijn begonnen.’
Manon is dan ook blij met het onderzoek. ‘Het biedt een belangrijke onderbouwing voor maatregelen waarvan we uit ervaring weten dat ze werken. En het laat weer eens zien dat waar we aan werken bij herstel echt belangrijk is.’
Tot slot brengt het onderzoek de organisaties die hebben meegewerkt dichter bij elkaar, ervaart Laura. ‘Natuurlijk werkten we al veel samen. Maar dat we allemaal betrokken zijn geweest bij dit onderzoek, maakt dat we elkaar bewust opzoeken. Neem het voorbeeld van budgetbeheer. De verantwoordelijkheid daarvoor hangt een beetje tussen de betrokken partijen in. Dit onderzoek dwingt ons om duidelijke afspraken te maken over wie wat doet.’